intro-foto

De aanzegverplichting blijft voor jurisprudentie zorgen. Eind oktober 2022 is de vraag beantwoord of een werkgever de zogenaamde aanzegboete is verschuldigd op het moment dat de werknemer geen enkel nadeel heeft ondervonden van de niet-schriftelijke aanzegging. De Hoge Raad mocht hierover oordelen (HR 7-10-2022, ECLI|:NL:HR:2022:1374).

Tussen partijen stond vast dat door werkgever verzuimd was om tijdig schriftelijk aan te zeggen. Er was overigens wel tijdig mondeling aangezegd en ook had werknemer geen nadeel ondervonden van het niet-tijdig schriftelijk aanzeggen. De werkgever stelde de vraag of een beroep op de verschuldigdheid van de aanzegboete naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar was.

De Hoge Raad geeft in dit arrest aan dat het hier gaat om een regel van dwingend recht, zodat er grote terughoudendheid in acht dient te worden genomen bij de beoordeling of de toepassing van een wettelijke regel in een bepaald geval naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is (artikel 6:2 lid 2 BW of artikel 6:248 lid 2 BW BW).

Vanwege datzelfde dwingende karakter en voornoemde terughoudendheid is de Hoge Raad van mening dat de aanzegboete steeds verschuldigd is bij het niet in acht nemen van de schriftelijkheidseis, ook als voor de werknemer langs een andere weg al duidelijk was dat de arbeidsovereenkomst niet zou worden voortgezet of de werknemer geen nadeel heeft geleden door het niet-naleven van de schriftelijkheidseis. Immer: de aanzegboete is door de wetgever juist bedoeld als prikkel tot naleving van de plicht tot schriftelijke opzegging.

Dus wees gewaarschuwd! Zorg te allen tijde voor een tijdige en schriftelijke aanzegging!

foto-teamlid

Meer weten?
Renate Kroeze helpt u graag verder.


Telefoon 074 290 91 99
r.kroeze@robersadvocaten.nl