Een arbeidsovereenkomst kan op diverse manieren eindigen. Eén daarvan is een beëindiging met wederzijds goedvinden. Werkgever en werknemer maken, zonder de kantonrechter of het UWV in te hoeven schakelen, afspraken over hoe partijen uit elkaar gaan en leggen deze vast in een vaststellingsovereenkomst.
mei 2021
Een vaststellingsovereenkomst wordt ook wel ‘vso’ of beëindigingsovereenkomst genoemd en is apart in de wet geregeld. Een eenmaal getekende vaststellingsovereenkomst is moeilijk aan te vechten en het is dan ook raadzaam om tijdig juridisch hulp in te schakelen.
Zowel werkgever als werknemer heeft er belang bij dat de vaststellingsovereenkomst juridisch juist is. Als werknemer heb je er belang bij dat jouw recht op een WW-uitkering veilig wordt gesteld, voor het geval dat je na het einde van de opzegtermijn nog geen andere baan hebt. Hiervoor is het o.a. noodzakelijk dat uit de vaststellingsovereenkomst blijkt dat het initiatief tot de beëindiging afkomstig is van de werkgever en dat de werknemer niets kan worden verweten. Als werkgever wil je dat alle belangrijke onderwerpen zijn besproken en dat er geen ‘losse eindjes’ meer zijn.
Wat moet er zoal in een vaststellingsovereenkomst staan?
Bovenstaande lijst is slechts een opsomming van mogelijke bepalingen die in een vaststellingsovereenkomst kunnen worden opgenomen. Elke beëindiging van de arbeidsovereenkomst vraagt om een specifieke beoordeling van de situatie. Je komt er immers vaak pas achter wat je mist, als het al te laat is. Een korte check kan al het verschil maken.
Mocht je als werkgever of als werknemer vragen hebben over een vaststellingsovereenkomst of andere arbeidsrechtelijke vragen, neem dan contact op zodat wij één en ander kunnen verhelderen en per specifieke situatie kunnen adviseren.